De grondige hervormingen inzake het vennootschaps- en verenigingsrecht zijn in een laatste fase aanbeland. Na de hervorming van het insolventierecht en de hervorming van het ondernemingsrecht, werd het wetsontwerp tot invoering van het Wetboek Vennootschappen en Verenigingen ingediend bij de Kamercommissie. Voor het eerst worden concrete data voor de inwerkingtreding van het wetboek vermeld.
1. Statutenwijziging voor elke vzw
Hoewel het nieuwe wetboek een zeer grote impact heeft op het vennootschapsleven, interesseert ons vooral wat de gevolgen voor de vzw’s zijn. Onder andere in onze VZW-Review (nummer 180, blz. 4-5) schetsten we reeds de grote lijnen van deze hervorming. De wet van 27 juni 1921, zoals gewijzigd door de wet van 2 mei 2002 en latere wetswijzigingen, verdwijnt (behalve de bepalingen met betrekking tot de Europese politieke partij en de Europese politieke stichting). Dit betekent dat elke vzw, net zoals bij de implementering van de vzw-wet van 2 mei 2002, de statuten moet aanpassen aan de nieuwe wetgeving. In een eerste ontwerp werd voorzien in een overgangsperiode van tien jaar om de statuten aan te passen. Hier wordt nu gedeeltelijk op teruggekomen.
Meer info is terug te vinden op: